Bestelauto is niet (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor goederenvervoer
Bijtelling kan achterweg blijven als een bestelauto (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. De belastingplichtige zal dit moeten aantonen. De aanwezigheid van een bijrijdersstoel kan dat lastig maken. Want, rijdt de bijrijder mee vanwege het vervoer van goederen of verricht hij ook andere werkzaamheden?
Hof Amsterdam oordeelde vorig jaar dat voor oordeel dat een bestelauto (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen het van belang is dat een aanwezige bijrijdersstoel gebruikt wordt door iemand wiens hoofdtaak bestaat uit het vervoeren van goederen (inclusief laden en lossen). Houdt deze persoon echter na het laden en of lossen zich ook met andere belangrijke werkzaamheden bezig, dan is de bestelauto niet (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen en kan de bijtelling niet achterwege blijven (indien met een sluitende kilometeradministratie niet is aangetoond dat minder dan 500 kilometer privé met de bestelauto is gereden). De zaak waar het hof over oordeelde betrof een bedrijf dat lantaarnpalen plaatst. De bijrijder hield zich niet alleen bezig met het tillen van de palen, maar groef bijvoorbeeld ook af en toe een gat om de lantaarnpaal in te plaatsen. Functioneel bezien dient het meerijden van de bijrijder dan ook niet te worden toegerekend aan het vervoer van goederen. Volgens het hof was daarom in dit geval geen sprake van een bestelauto die (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor goederenvervoer. De Hoge Raad heeft onlangs deze uitspraak van het hof zonder nadere motivering bevestigd.
Bron: HR 3-04-2015
Source: Nieuws