Leeftijdsafhankelijke verlofvormen op de terugweg
Ontziemaatregelen voor oudere werknemers, waarbij zij op grond van hun leeftijd extra verlof krijgen, zijn op de terugweg. Dat concludeert werkgeversvereniging AWVN op basis van onderzoek onder haar leden. Bij 15% van de werkgevers zijn ‘ontziemaatregelen’ al verleden tijd, bij een derde staan ze nu op de cao-agenda om aan te pakken en 15% geeft aan dit onderwerp op de agenda te zullen plaatsen.
Driekwart van de werkgevers in het onderzoek kent nog steeds een regeling, waarin extra vakantie-uren worden toegekend op basis van leeftijd. Deze regelingen gelden ook voor nieuw aan te trekken medewerkers als die aan de (leeftijds)criteria voldoen. Verlofvormen voor ouderen werknemers worden in industriële sectoren vaker toegepast dan in dienstverlenende sectoren. In de financiële dienstverlening zijn de regelingen voor ouderenverlof daarentegen al helemaal verdwenen.
Waar een ouderenregeling van kracht is, is 45 jaar de gemiddelde leeftijd waarop de oudere medewerker in aanmerking komt voor extra verlof op basis van een ouderenregeling. De leeftijd waarop de medewerker in aanmerking komt voor het maximum aantal vrije uren is gemiddeld 60 jaar. Bovenop dergelijke algemene regelingen heeft een derde van de werkgevers een regeling waaraan oudere werknemers vrijwillig kunnen deelnemen, bijvoorbeeld het recht op onbetaald verlof.
Ontziemaatregelen staan sinds enige jaren ter discussie. Volgens werkgevers maken ze de loonkosten voor oudere werknemers onnodig duur en drukken ze de productiviteit van vijftigplussers. Omdat de pensioenleeftijd van werknemers stijgt, doet zich dit verschijnsel steeds sterker voor. Meer dan de helft van de ondernemingen in het onderzoek met een leeftijdgerelateerde verlofregeling geeft aan dat het leeftijdsverlof in de praktijk leidt tot problemen in de planning. Dit wordt meestal opgevangen door extra diensten (overwerk) voor andere medewerkers (52%) en het inhuren van uitzendkrachten (50%). Ook wordt wel verlof van (jongere) medewerkers ingetrokken of doorgeschoven.
AWVN adviseert om de collectief geldende ontziemaatregelen voor oudere medewerkers om te zetten in bijvoorbeeld keuzebudgetten voor alle medewerkers. In organisaties waar geen ruimte is voor een loonsverhoging kan door een dergelijke uitruil toch loonruimte ontstaan, terwijl de arbeidsmarktpositie van ouderen verbetert. In veel recent afgesloten cao’s is daadwerkelijk een dergelijke ruil gedaan met daarnaast een overgangsregeling voor ‘zittende gevallen’.
Bron: AWVN 10-07-2015
Source: Nieuws