Loondoorbetaling bij ziekte
Werkgevers van een zieke werknemer moeten maximaal twee jaar het loon van deze werknemer doorbetalen.
De werkgever betaalt in elk geval 70% van het laatstverdiende loon. Dit is aan een maximum dagloon gebonden. In het eerste ziektejaar moet de werkgever dit bedrag aanvullen tot het minimumloon. Deze wettelijke minimumloongarantie geldt niet voor het tweede ziektejaar.
No-riskpolis
Heeft een werkgever een arbeidsgehandicapte werknemer in dienst die ziek wordt, dan betaalt UWV in sommige gevallen de Ziektewet-uitkering van deze werknemer. Deze regeling heet de no-riskpolis. Als een werknemer met een no-riskpolis ziek wordt, moet de werkgever een Ziektewet-uitkering aanvragen. De werkgever betaalt het loon door en verrekent de uitkering daarmee.
Werkhervatting
De werkgever zoekt samen met zijn werknemer naar oplossingen om werkhervatting mogelijk te maken. Werkt de werknemer niet voldoende mee aan zijn werkhervatting, dan kan de werkgever binnen de twee jaar de loondoorbetaling tijdelijk stopzetten. Onvoldoende meewerken kan zelfs aanleiding zijn voor ontslag.
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Na twee jaar kan de zieke werknemer in aanmerking komen voor een WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). De werkgever kan het dienstverband dan ontbinden. Het UWV beoordeelt of de werkgever en de werknemer genoeg hebben gedaan om een uitkering te voorkomen. Is dat niet zo, dan kan het UWV het ziekengeld op de werkgever verhalen.